Westmalle Tripel

Onlangs vertelde een kennis mij dat hij voor het organiseren van een evenement bezig was geweest om te kijken of het haalbaar was om een bekende Nederlandstalige band te strikken om de feestelijkheden op te leuken met een spetterend optreden. Na het raadplegen van het moderne orakel genaamd “Google” had hij al snel het management van de band gevonden en konden de contacten gelegd worden. Voor de jubileumeditie van het evenement hadden de plaatselijke sponsoren een aardige duit toegezegd, op het geld zou het niet afketsen, dus als de agenda het toe zou laten, zou niets een succesvolle boeking in de weg kunnen staan. De spreekwoordelijke kat in het bakje.

Binnen een dag kwam er een antwoord van het management. De band was beschikbaar én bereid om het feestgehalte van het evenement naar een nooit eerder behaald niveau te tillen. De gevraagde gage lag geheel in de lijn der verwachting, de handtekeningen konden gezet worden. Als formaliteit werden de aanvullende voorwaarden nog even doorgenomen en daar begon de schoen helaas toch een beetje te wringen.

Inwendige mens

De beveiliging van het evenement diende een tikje opgeschroefd te worden, maar ja, begrijpelijk, want we leven in een rare verwrongen wereld. Iemand kende nog wel wat mannetjes die dit belangeloos konden verzorgen, dus dit kon geen belemmering vormen. De band, inclusief management, familie en de roadies, wilde ook verzorging voor de inwendige mens. Heel specifiek zelfs, want er werden 40 luxe volkoren broodjes geëist, waarvan 10 voorzien van roomboter met extra belegen kaas, 10 stuks met bosbessenjam, 10 stuks met filet Americain met een draai zwarte peper en 10 stuks met rosbief, rucola en een drupje balsamico azijn. De roadies konden hun werk slechts doen na het verorberen van een plateau worstenbroodjes van bakker Jansen in Breda. Prima allemaal, maak het de mensen maar naar de zin.

Handdoeken

De handdoeken. De handdoeken? De handdoeken dienden ook in een tiental aanwezig te zijn en de opgegeven afmetingen werden vrij specifiek benoemd. Niet groter dan 50×150 cm, hagelwit en hotelkwaliteit. Ik zag het al gebeuren dat de roadies de hand legden aan de laatste voorbereidingen, iemand stond de gitaren te stemmen, de manager betrad het podium en sprak de legendarische woorden: ”Mannen, inpakken maar weer, de handdoeken zijn verdomme weer eens te groot. Wat een amateurs hier.” Mocht de lezer nu denken dat de schrijver dit allemaal verzint, hij moet u teleurstellen, de waarheid is soms weerbarstiger dan men denkt.

Felis silvestris catus

Goed, je mag er alles van denken, maar de heren wisten wat ze wilden en kozen duidelijk voor kwaliteit. Niet helemaal waar, er werd ook een aantal kratjes bier gevraagd van een merk dat ik verder niet zal noemen, maar wat smaak technisch associaties oproept met de uitscheiding van een alom geliefd huisdier luisterend naar de Latijnse naam Felis silvestris catus. Zo goed weten wat je wilt en dan genoegen nemen met het slechtste van het slechtste op het gebied van dit edele gerstenat. Als je dan toch eisen hebt, durf dan ook gewoon om het lekkerste bier beschikbaar op deze aardkloot te vragen: Westmalle Tripel.

1934

Heel wat mensen zullen nu de discussie willen aangaan over wat het lekkerste bier is, maar de schrijver kapt dit gewoon rigoureus af, want hier wordt simpelweg geen discussie over gevoerd. Arrogant? Yep. Objectief? Neen. Maar de uitleg is even simpel als duidelijk. In 1934 zag Westmalle Tripel het licht en iemand zag dat het goed was. Beter zou het ook nooit meer worden. Westmalle is de moeder aller tripels en bier zoals onze lieve Heer, of welke hogere macht dan ook, bedoeld heeft. De balans tussen het verfrissende zuur en de romige afdronk, tussen de bittere toets en het zwoele mondgevoel, tussen de verkwikkende structuur en de oneindige afdronk is van een ongeëvenaarde perfectie. Geen idee hoe die trappisten het voor elkaar hebben gekregen, maar het is een bier waar je oprecht naar kunt verlangen als het leven je af en toe een schop geeft.

Eenvoud

Een flesje Westmalle Tripel ademt een rustgevende eenvoud uit als tegenwicht voor een dolgedraaide wereld. Simpel biesje rond de hals, een ruitvormig etiket waarop staat wat er in de fles zit en dat is het dan. Rustig uitschenken in de daarvoor bestemde bokaal en genieten was nooit dichterbij. Bij voorkeur te consumeren in een etablissement met een donkerbruin karakter, met de juiste muziek die speelt op de achtergrond, terwijl je jezelf omringd weet met zielsverwanten die dit ook op waarde weten te schatten. Buiten regent het pijpenstelen, in de abdij Onze-Lieve-Vrouw van het heilig Hart in Westmalle keurt een monnik het bier, binnen hangt de belofte van een mooie avond in de lucht.